Commentaren op podcast van Zjef met Simon
Ik heb met veel interesse geluisterd naar de Podcast van Zjef Van Acker en raadt jullie dan ook aan deze hier eerst zelf te beluisteren. Geïnspireerd door het gesprek van Zjef en Simon Ghiotto vond ik het dan ook noodzakelijk om enkele van mijn ideeën te verduidelijken. De uitspraken die ik hier uitlicht van Zjef en Simon (in cursief) zijn niet de letterlijke uitspraken uit de podcast, maar mijn interpretaties ervan, in schrijftaal. Voor het originele raad ik dan ook naar de podcast te luisteren.
20:20 Zjef: Het exclusief partijsysteem waarbij je maar op één partij simultaan kunt stemmen dwingt partijen om de beste te zijn wat op zijn beurt voor polarisatie zorgt.
23:30 Simon: Dat partijen moeten tonen dat ze de beste zijn is geen bug, maar een feature. Ik wil dat elke partij zijn best moet doen om onze stem te verdienen. Partijen moeten dit wel doen door zich te verheffen en niet door elkaar naar beneden te slaan.
Een kleine verduidelijking – in een goed systeem zullen partijen altijd streven voor veel stemmen. Veel stemmen bewijst namelijk dat ze een groot draagvlak hebben in de maatschappij. Dit zal ook voor inclusieve partijen zo zijn. Het verschil tussen inclusieve en exclusieve partijen zit echter in dat het laatste zero-sum is (elke stem voor mij is een stem minder voor jou) terwijl het eerste dat niet is. Dit zal volgens mij partijen toelaten om meer coöperatief te zijn. Dit de polarisatie verminderen, al denk ik dat het grootste effect van verminderde polarisatie door inclusieve partijen zit in het feit dat de verschillende thema’s minder gecorreleerd zullen zijn: e.g. het is niet omdat je voor milieubehoud bent, dat je daarom ook voor andere “linksere” thema’s moet zijn. Hierdoor vermindert de segregatie tussen de burgers van verschillende politieke strekkingen en doorbreekt men het onbekend-onbemind adagio.
30:50 Zjef: Zouden we niet kunnen experimenteren met alternatieve politieke systemen in de lagere niveaus? E.g. Gemeenten, provincies.
Ongeacht de haalbaarheid van de implementatie, denk ik dat dit niet zo’n goed idee is. Waarom? De lagere niveaus werken eigenlijk niet zo slecht. Mijn democratische hervormingen geven slechts winst bij grotere systemen. Ik denk dat een betere poging tot introductie kan bestaan uit het hervormen van de senaat naar de voorstellen uit mijn boek. Zo behoud je een zekere redundantie en dus ook robuustheid voor mogelijke fouten.
31:50 Simon: ik heb twee bemerkingen bij het boek The Flaws That Kill Our Democracy. Ten eerste, het creëert een grotere complexiteit.
33:00 Zjef: Het boek legt echter uit dat het het inclusief partijsysteem de reeds bestaande complexiteit transparanter probeert te maken: zoals het openen van de motorkap.
Ik ga hier akkoord met de uitleg van Zjef. Het doel is om de reeds bestaande complexiteit meer transparant te maken. Additioneel, door ze op te splitsen in specifieke problemen, vertegenwoordigd door de gespecialiseerde, inclusieve partijen wordt het zowel voor de burger eenvoudiger om te kiezen en tevens eenvoudiger om kiesresultaten te interpreteren.
Waarom zou een kiezer namelijk moeten kiezen tussen bvb. klimaat en meer jobs? Hoe kan die kiezer zo iets afwegen zonder in detail te gaan over specifieke voorstellen? Voor mij zijn namelijk beiden belangrijk. Dit is ook te zien aan de vele stem-advies tools die beschikbaar zijn: deze keuzes zijn eigenlijk niet berekenbaar – en al zeker niet als je eigenlijk niet weet welke voorstellen je gekozen partij wel of niet zal verwezenlijken. Het klassieke voorbeeld zijn voor mij de Nazi’s met hun anti-kapitalistische programma die ze grotendeels verwaarloosden na het grijpen van de macht en de eliminatie van hun “linksere” zuil in de nacht van de lange messen. Dit is het gevolg van geforceerde coalities in het exclusief partijsysteem.
Wanneer de verkiezingen dan eenmaal voorbij zijn, is het voor het exclusieve systeem quasi onmogelijk te zeggen waarom een partij al dan niet gewonnen heeft. Is het een afstraffing van de vorige regering? Is het omwille van standpunt X of Y? Vraag het aan 10 politieke analisten en je krijgt wellicht 20 antwoorden. Hierdoor krijgen partijen volgens mij dan ook een te vaag mandaat, waarmee ze vaak kunnen doen wat hun belieft. Het is alsof je een machine met duizenden functies wilt bedienen met maar tien knoppen. Het is zelfs mogelijk dat een set aan partijen, elk met een minderheid voor hun thema, toch een meerderheid kunnen maken en dus zo hun minderheids-doelstellingen behalen. Dit wordt niet toevallig de Ostrogorski paradox genoemd. Het exclusief partijsysteem is dus zeer nefast indien men wilt weten wat de burger wilt.
34:50 Simon: De drang om alles transparant te willen kan leiden tot zowel positieve alsook negatieve vrijheden. We moeten streven naar een systeem met “freedom of politics” en “freedom from politics”. Dit laatste voor mensen die minder interesse hebben in politiek.
36:00 Zjef: Door meer gespecialiseerde partijen te hebben zul je echter de politiek laagdrempeliger kunnen maken voor concrete problemen van de burger.
37:30 Simon: De vele keuzes die de kiezer kan maken kunnen de kiezer keuzestress bezorgen. Dit in analogie met strategy-games waarin spelers het moeilijk krijgen met de vele keuzes die ze moeten maken in het micromanagen.
Ik deel de mening met Simon dat mensen niet belast moeten worden met te veel keuzes – daarom denk ik ook dat directe democratie nooit de representatieve democratie kan vervangen. Maar ik denk dat mijn systeem deze gedachtegang zeker aanhangt. De multitude aan partijen hoeft volgens mij geen keuzestress te geven. Er zijn volgens mij twee scenario’s waarin men meer keuzestress krijgt:
Eén – wanneer men moet kiezen tussen zeer gelijkaardige producten – denk aan de schappen met vele, zeer gelijkaardige chips in de supermarkt. Maar de specialisatie van inclusieve partijen zal net partijen meer van elkaar onderscheidbaar maken – en dit zonder dat ze per sé extreem moeten worden, en dus de keuzestress verminderen.
Twee – wanneer de default (niet kiezen) sterk negatieve gevolgen heeft. Dit is zo in het voorbeeld van de strategy game, waarbij niet beslissen tot een gegarandeerd verlies zal leiden. In mijn systeem worden het belang van partijen echter sterk verminderd: zij bepalen namelijk de potentiële richtingen die de politiek uit kan. Wanneer je daar echter geen specifieke mening over hebt, dan is het helemaal geen probleem om op geen enkele partij te stemmen. In contrast daarmee is het volgens mij belangrijker dat mensen stemmen (voor of tegen) op de volksvertegenwoordigers. Zij zullen namelijk de verschillende opties die de partijen naar voren schuiven tegen elkaar afwegen en al dan niet goed bevinden. Onafhankelijke vertegenwoordigers zijn volgens mij daar veel beter in om die afwegingen te maken dan gelijk welk ideologisch systeem. Het is volgens mij dan ook geen toeval dat de informatica is afgestapt van expert modellen naar modellen geïnspireerd op hersenen (neurale netwerken) voor complexe beslissingen te maken.
Ook het gebruik van ad-hoc partijen zal de keuzestress doen dalen. Deze zorgen er namelijk voor dat de keuzes over lang tijd kunnen uitgespreid worden. Als analogie: het is gemakkelijker elke dag te beslissen wat die dag te zullen eten dan eenmaal per maand voor alle dagen in die maand.
44:00 Zjef: Ik stel voor dat we een partij oprichten die als enige doel heeft om het inclusief partijsysteem te implementeren. Deze partij zou ook fungeren als de volksvertegenwoordigers als gedefinieerd door Artikel 42 van de grondwet: “De leden van beide Kamers vertegenwoordigen de Natie en niet enkel degenen die hen hebben verkozen.” Die partij zou per wetsvoorstel luisteren naar alle partijen en zo hun beslissing maken per onderwerp in plaats van per ideologie.
46:40 Simon: Dit zou betekenen dat je een partij kunt oprichten die niet onderhevig is aan de incentives die gegeven zijn door het huidige politiek systeem. Dit lijkt me onwaarschijnlijk: vele anti-systeem partijen hebben dit reeds geprobeerd en faalden.
Ik ga akkoord met Simon. Zo’n partij zo volgens mij niet succesvol zijn. IMHO voeren we het best de druk op van buiten de politiek, e.g. via middenveldorganisaties. Deze zijn namelijk niet onderhevig aan het politiek-electoraal systeem (exclusiviteit, etc.).